Basho

Contact

Werkwijzen

Projecten

Opdrachtgevers

Over Ton Rutjens

Basho, bureau voor nieuw denken en doen

Uit: Innovatief Waterbergingsperspectief Plaspoelpolder, Verkenning van mogelijkheden

Proeftuin Plaspoelpolder


Wat als de verharding op een bedrijventerrein het waterafvoersysteem in een gemeente te sterk belast, zodat elders wateroverlast kan ontstaan? Wat zijn dan de mogelijke technische maatregelen om water te bergen gedurende de piek van de belasting van het afvoersysteem? Die vraag stond in de eerste fase van de proeftuin Plaspoelpolder centraal. Basho werd door Habiforum ingehuurd om het onderzoekstraject van de proeftuin Plaspoelpolder in deze fase te begeleiden. Basho was verantwoordelijke voor het kennisontwikkelingstraject en de ondersteuning van de innovatieopgave en bracht professionals van gemeente, ondernemers in het gebied en professionals van het hoogheemraadschap bij elkaar in het onderzoekstraject. Het onderzoek, uitgevoerd door  DHV en Grontmij, leidde tot een uitgebreide inventarisatie van haalbare waterbergende maatregelen in het gebied die ingezet konden worden om het gevraagde waterbergende vermogen in de Plaspoelpolder te realiseren (zie figuur hiernaast).


In de tweede fase van de proeftuin stond de vraag centraal hoe synergie ontwikkeld kon worden tussen de herstructurering van het bedrijventerrein en de wateropgave. Het onderzoek richtte zich concreet op het arrangeren van een samenwerking tussen de betrokken partijen (de gebruikers van de gebouwen op het bedrijventerrein, de eigenaren en beheerders van de gebouwen, de gemeente, de regio en het waterschap). Inzet van de samenwerking was het gebied en de waterberging duurzaam te beheren tegen kosten die lager zouden zijn dan de realisatie van watermaatregelen elders in de gemeente.


Vooronderstellingen bij aanvang van de proeftuin waren dat (1) de waterberging niet goedkoop elders gerealiseerd kon worden en dat inundatie van water binnen de polder aan strenge normen moest voldoen.


Onderzocht is of een haalbare business case opgezet kon worden om de waterbergende maatregelen te financieren en te onderhouden in een PPS constructie, dus met deelname van de bedrijven die op het bedrijventerrein gevestigd waren.


De business case is uitgewerkt op basis van interviews en gesprekken met de gebouweigenaren in het gebied en de andere betrokken partijen. De kerngedachte was dat de op te zetten onderneming - met als werknaam Aquapiek - de grondposities die nodig waren voor de waterberging tegen gebruikswaarde zou verwerven. Aquapiek zou eigenaar worden van deze gronden, maar de gebruiksrechten (bijvoorbeeld groenvoorziening, parkeerterreinen, kelderruimte etc)  zouden in stand blijven. Wel moesten daarvoor afspraken gemaakt worden om de gronden ook bij overdracht van de grond, bijvoorbeeld ten behoeve van herstructurering, beschikbaar te houden voor waterberging.


De veroorzaker (de verharder) betaalt,........

Wat bleek was voor de waterbergende maatregelen, om de benodigde capaciteit te realiseren, slechts een klein deel van het bedrijventerrein nodig was. Dat betekende dat de feitelijke medewerking van slechts een beperkt aantal eigenaren nodig was om de wateropgave te realiseren.

Dubbel grondgebruik en slimme financiering maakte realisatie van de waterberging bovendien potentieel goedkoper dan bij een vergelijking met het inpassen van waterberging elders.


De innovatieve oplossing is uiteindelijke door Basho in samenwerking met Giraf BV doorgerekend op zijn haalbaarheid. De conclusie was dat implementatie van Aquapiek zou leiden tot  (1) een toekomstvaste beschikbaarheid van de waterbergende voorzieningen - dus ook na een eventuele herstructurering -  (2) de kosten voor het aanleggen en het beheren van waterberging op het bedrijventerrein goedkoper waren dan de realisatie van waterberging elders en (3) een oplossing was gerealiseerd waardoor de veroorzaker van wateroverlast elders (door verharding van de grond) zou opdraaien voor de extra kosten.


of: ........Wie het water deert, die het water keert

De uitkomst van het onderzoek wees dus uit dat Aquapiek goedkoper de maatregelen kon realiseren dan investeringen in het vermijden van wateroverlast elders, daar waar het water leidt tot inundaties. Echter, tijdens de uitvoering van het onderzoek is komen vast te staan dat de normen voor wateroverlast die aan het begin van de proeftuin golden, te streng waren. Het handhaven van deze normen zou bovendien op veel andere plaatsen leiden tot extreem hoge kosten, met een beperkte winst op de kosten van extra overlast. De uitgangspunten voor het onderzoeken bleken daarmee achterhaald. Nieuwe oplossingen voor waterkerende maatregelen elders leiden bovendien tot lagere kosten voor alternatieve oplossingen.


Er zijn twee principieel verschillende uitgangspunten voor de toerekening van de kosten van waterbeheer:  1. aan de veroorzaker van de wateroverlast elders door verharding, of 2. aan degene die de last daarvan ondervindt en waterkerende maatregelen moet treffen. Deze twee uitgangspunten ontmoeten elkaar aan het einde van de proeftuin. Om innovaties te realiseren is, naast een nieuw perspectief ook urgentie nodig. De casus is op dit aspect geanalyseerd door de Erasmus Universiteit, met leerzame lessen uit deze proeftuin (lees meer).